Installation art: who cares?

Script and directing

Script and director Maarten Tromp
Interviews Tracy Metz
Photography Mick van Dantzig, Roel van ‘t Hoff
Sound Leo Franssen a.o.
Editor Bart van den Broek
Music The Defilers
Producer Michiel Hogenboom
Under commission SBMK

Language English
Subtitles Spanish, German, Dutch
Duration 25’
DVD-inlay Download the PDF.

This documentary has been created in collaboration with a group of experts from 35 organizations; working together in the INCCA affiliated projects Inside Installations (2004-2007) and PRACTICs (2009-2011). These European research projects deal with the conservation, presentation and documentation of complex artworks.

www.sbmk.nl
www.incca.org

The Foundation for the Conservation of Contemporary Art (SBMK) commissioned producer Michiel Hogenboom and filmmaker Maarten Tromp to create a film that explores the story of maintenance and conservation of contemporary visual art. Maarten wrote and directed this documentary. He based the scenario on three case studies that he selected out of the research project Inside Installations. The maintenance and conservation of contemporary visual art is a new challenge for museums and art conservators. More and more artists have taken leave of the painter’s brushes and are moving on to new media, such as video. Or they are making installations of transient materials like polystyrene, wax and scotch tape. Can these works be saved for the art lovers of the future? How to preserve and reinstall the work Notion Motion by Olafur Eliasson: 1.500 m2 of water, light and movement? What about works that are based on outdated technology? A large group of experts worked on the restoration of Exhange Fields, an interactive video-installation by Bill Seaman. Despite the fact that the work is only ten years old, it had to be completely restored and digitalized. And the artist Tino Sehgal doesn’t allow any form of documentation of his works. Tate London acquired his performance This Is Propaganda in 2005. Will Tate be able to keep on showing this work to the public? This film offers a glimpse behind the scenes of the European museum. It investigates three cases that shed an interesting light on the practices and issues that the conservator of modern and contemporary art deals with.

Reviews and publications


Column NRC

door Joyce Roodnat

Films met een cijfer achter hun titel zijn aangelengde films. Ze doen de eerste versie dunnetjes over en inderdaad, dat wordt dan dunnetjes. Hangover Part II is de gang naar de bioscoop dus niet waard. En ook The Fast and the Furious 5 kan worden overgeslagen, hoe enerverend het origineel ook was. Alle pret is al opgemaakt in het deel zonder cijfer, in nummer 1 dus. Rocky V is een schim van Rocky.

Vermijd films met een getal achter hun naam - er zijn uitzonderingen op deze vuistregel; denk vooral niet dat ik het offer you can’t refuse vergat dat Francis Ford Coppola me deed met zijn The Godfather Part I tot en met Part III.

Maar vervolgfilms onder een titel die varieert zijn doorgaans juist bijzonder. Het geldt voor veel van de James-Bondfilms. Voor de Harry Potter-serie, die wordt er niet slechter op, integendeel. De liefhebbers kennen de reeks thrillers die voortvloeide uit The Bourne Identity. (Het wachten is nog op het slot, The Bourne Legacy.) Zulke films borduren voort. Ze herkauwen wat aardig is - de Bondgirls, Harry Potters zwerkbal. Maar uitkauwen doen ze niet. Ze zetten voort, want ze willen verder.

En zo komt het dat ik weer van a tot z geniet van de nieuwe versie van The Pirates of the Caribbean, dit keer met de ondertitel On Stranger Tides. Johnny Depp is opnieuw niet te versmaden als zeerover Jack Sparrow, zijn uiterlijk geïnspireerd door Keith Richards, zijn aantrekkelijk verwijfde mannenmotoriek ontleend aan Mick Jagger. Ik kijk mijn ogen uit op al het nieuws. Er zijn furieuze zeemeerminnen – verleidelijke piranha’s met klapperende staartvinnen. Intussen wordt Jack al bijna verslagen door zijn dubbelganger. Hij overwint doordat hij de dubbelganger kust… en dus zichzelf.

Pirates moet herkenbaar zijn, maar hij mag tegelijk zijn weerga niet kennen. Oftewel, terwijl hij zichzelf hartstochtelijk kust, wil hij zichzelf verslaan en overtreffen. Kom daar eens om in de hedendaagse beeldende kunst. Remakes zijn er wel mogelijk: Giorgio Morandi die schilderij na schilderij dezelfde flesjes afbeeldde, steeds snakkend naar hetzelfde effect. Maar vervolgen zijn er zeldzaam. Dacht ik, en toen trof ik de creatieve kus op de eigen mond waar ik hem helemaal niet verwachtte: bij de vluchtige kunstwerken. De installaties, de performances. Bij de kunst die een kunstenaar tijdelijk ontlokte aan een spel van water en licht en beweging. Aan het bespelen van menselijke trekjes. Aan de plotselinge tongkus van twee suppoosten. Ik zag dat allemaal in de documentaire Installation Art: Who Cares? van Maarten Tromp en Michiel Hogenboom. De film ontrafelt de restauratie van de ijle kunstwerken.

Restauratie? Kan niet, dacht ik. Voorbij is weg. Al snapte ik dat verlangen. Hoe graag was ik bijvoorbeeld deel geweest van The Artist is Present, de performance van Marina Abramovic, vorig jaar in het MoMA in New York: zij aan een tafel, uren lang, tegenover zich telkens een andere bezoeker. Ik had daar willen zitten, dat willen durven, willen sidderen onder haar uithoudingsvermogen: wie knippert er het eerst? Ik ging niet, pech, het komt niet meer terug. Of toch, ooit?

Kunstrestauratoren blijken onvervaard aan de slag te gaan voor dergelijke kunst, met de nauwkeurigheid die bij hun vak hoort. Maar ze werken anders dan de specialist die een kras in een schilderij herstelt. Ze reconstrueren de passie van de kunstenaars en de verbazing van het publiek. Er is niks meer, dus er moet worden herschapen. En dat kan alleen door die kunst zichzelf te laten kussen, in de hoop op bevruchting, op wedergeboorte. Nee, op een nieuwe geboorte. Want het nieuwe publiek maakt het anders. Beter.

Column van Joyce Roodnat in de bijlage ‘Opinie & Debat’ van NRC Handelsblad
28.05.2011

Close

Close